Hout op vloerverwarming
PARKET OP VLOERVERWARMING
Volgens onderzoek zullen in de toekomst steeds meer nieuwbouwwoningen worden voorzien van vloerverwarming als hoofdverwarming. Mensen voelen zich nl. bij een lagere temperatuur (19º à 20ºC) zeer comfortabel ten opzichte van radiatorenverwarming (21º à 22ºC). Dit levert al snel een energiebesparing op van 10 tot 20%. Parket is echter ook al jarenlang zeer gewild, dus een combinatie van beide ligt voor de hand. Maar werkt zo'n combinatie ook en waar dient u rekening mee te houden?
1) HOOFD- OF BIJVERWARMING?
Er zijn 3 soorten vloerverwarmingsystemen te onderscheiden:
a. "Natte" vloerverwarming. Bij deze vorm liggen de verwarmingsbuizen in de dekvloer (strijklaag). Deze strijklaag dient te voldoen aan NEN2741. Daarnaast moet de vereiste theoretische geleidingsweerstand tussen de 0,10- 0,12 m2 K/W liggen. Een belangrijk aspect is de dekking van de afwerklaag boven de vloerverwarmingsleiding. Deze moet minimaal 3 cm zijn in verband met sterkte en warmtespreiding in de vloer. Een grotere dekking is niet wenselijk uit oogpunt van regelbaarheid van de verwarming. De zandcement- of anhydriet dekvloer kan rechtstreeks op de constructievloer aangebracht zijn, een zogenaamde vaste dekvloer. In dit geval is de constructievloer aan de onderkant voorzien van een thermische en zonodig dampremmende isolatie. Bij een zwevende dekvloer dient er onder deze dekvloer een thermische- of thermisch- akoestische isolatielaag van voldoende hardheid te zijn aangebracht. Deze dient als vochtblokkade, voorkomt warmteverlies naar de fundering en kruipruimte en beperkt geluidsoverdracht in gestapelde bouw.
b. "Droogbouw" systemen op bestaande zandcementstrijklaag (bijv. Jupiter, WTH IFD systeem)
Bij deze vorm zijn er veel minder randvoorwaarden dan bij de "natte" systemen. Op de vlakke (constructie)vloer worden isolatie/draagplaten van polystyreen of karton gelegd. Hierin worden warmtegeleidingsplaten voorzien van goten aangebracht, waar de kunststof verwarmingsbuizen in komen te liggen. De verwarmingsbuizen worden daarna afgedekt met een afwerkvloer, bijvoorbeeld Fermacel-platen. Het nadeel van dit systeem is dat het aanmerkelijk duurder is dan het natte systeem. Hierdoor wordt het droogbouw systeem voornamelijk in renovatieprojecten toegepast.
c. Elektrische vloerverwarming
Deze zwakstroomverwarming wordt aangebracht in een dikke strijklaag of in microbeton. Er bestaan ook systemen die in matten op de strijklaag worden gelegd. Een nadeel van deze vorm is dat er grote temperatuurverschillen kunnen ontstaan. De laatste tijd zijn er nieuwe, verbeterde varianten op de markt gekomen, die ook plaatselijk kunnen verwarmen. Omdat deze vorm van verwarmen in verhouding tot verwarmen met behulp van aardgas hoge energiekosten geeft, komt de combinatie met parket nauwelijks voor. Deze verwarming wordt voornamelijk toegepast in kleine, niet permanent verwarmde vloeren zoals in badkamers. Bij de juiste verlegging van de verwarmingsmatten is de vloertemperatuur zeer egaal en goed regelbaar.
d. (Vloerkoeling)
Vloerkoeling is een nieuwe mogelijkheid om een aangename binnentemperatuur te creëren. Bij vloerkoeling wordt er koud in plaats van warm water door de leidingen gepompt. Door de hygroscopische werking van het hout kan bij parket slechts een kleine koelcapaciteit gerealiseerd worden. Bij een te koude watertemperatuur zal het hout vocht gaan opnemen waarbij de uitzetting daardoor tot schade kan leiden. Condenseren van de vloer dient te allen tijde voorkomen te worden. De oppervlaktetemperatuur van de vloer mag daarom nooit onder de dauwpunttemperatuur komen (afhankelijk van de luchtvochtigheid maar in de regel is dit 18°C). Het aanvoerwater naar de vloerslangen mag enkele graden lager zijn (14 -16°C) bij een droge vloer. Bronwater is in de regel lager van temperatuur. Zonder aanvoertemperatuurregeling ontstaat dus het gevaar voor condensatie en raden we vloerkoeling af.
De te realiseren koelcapaciteit zal rond 20 W/m² liggen voor een niet zonbeschenen vloer bij een ruimtetemperatuur van 26°C. Door de vloerkoelinstallatie 24 uur per dag te laten werken zal het effectieve koelvermogen per m² hoger uitvallen in verhouding tot een koellastberekening over 8 uur gerekend. Belangrijk hierbij is echter wel dat de dikte van de vloer niet boven de 12 mm uitkomt omdat anders de isolatiewaarde van het hout te hoog wordt en de koeling geen effect sorteert.
Voorwaarde is dus een relatief dunne vloer van een stabiele houtsoort, de woning moet voorzien zijn van een goede isolatie tegen zonlicht & warmte, een anti-condensatieregeling en een installatie voorzien van een aanvoertemperatuurregeling. Wij nemen bij voorkeur voor de installatie van de verwarming/koeling contact op met uw installateur om de mogelijkheden door te spreken. Onze voorkeur gaat dan ook uit naar een leverancier die ruime ervaring heeft met houten vloeren op vloerkoeling (b.v. een WTH-dealer zie voor adressen www.wth.nl De invloed van de warmteweerstand van het parket is bij koeling echter van groter belang dan bij verwarming. Omdat de temperatuurverschillen van het koelwater, de vloer en de ruimte veel kleiner zijn is de capaciteit van de vloerkoeling beperkt. Verwacht er dus niet teveel van!
De warmwatersystemen worden gebruikt als hoofdverwarming en als bijverwarming. De elektrische vrijwel altijd als bijverwarming, meestal in combinatie met radiatoren. Vloerverwarming als bijverwarming geeft in de regel de minste problemen. Een warmwatersysteem als hoofdverwarming kan ook probleemloos werken, maar geeft grotere risico's. Het grootste is dat de verwarming zo hoog wordt opstookt dat het water zó heet wordt dat er te veel hitte naar boven wordt doorgegeven waardoor er schade aan de parketvloer ontstaat (zie ook punt 4).
2) WELKE MATERIALEN EN HOUTSOORTEN ZIJN GESCHIKT?
Lang niet alle houtsoorten zijn even geschikt voor op vloerverwarming. Soorten met een grote werking of een korte vochtwisselingstijd geven problemen en zijn daarom niet geschikt. De soorten die het minst vochtgevoelig zijn, zijn het meest geschikt voor vloerverwarming. Dit zijn de traditionele houtsoorten als Eiken, Merbau, Afzelia, Afrormosia, Panga Panga, Padoek, Wengé, Walnoten, Teak, Bamboe en Kambala. Niet aan te raden op vloerverwarming zijn: Beuken, Eucalyptus, Jatoba, Guatambu, Essen, Vuren, Grenen, Berken, Robijn en Maple.
Kleine naadvorming in het stookseizoen is echter niet te voorkomen. Dit is geen gebrek, u zult dit dus moeten accepteren en hoe breder de delen hoe groter de naadvorming zal zijn. Om de bestaande risico's zoveel mogelijk uit te sluiten, is het noodzakelijk te zoeken naar een geschikt type parket.
De meest geschikte soorten parket op vloerverwarming zijn rechtstreeks gelijmde, conventionele parketvloeren zoals mozaïek, 2-laags prefab tapis of de nieuwe generatie tapisvloeren, zoals Lieverdink Equi. Deze types parketvloeren hebben de laagste isolatiewaarden en geven hierdoor de warmte het beste door. Toepassing van 6 of 9 mm tapisvloeren is ook mogelijk, maar hierbij bestaat meer kans op geringe naadvorming. In geval van tapis is het beter om een Eiken mozaïekvloer als tussenvloer te gebruiken, omdat de warmte-isolatie minder is ten opzichte van spaanplaat.
Ook de Duo-vloer (ook wel Aubrey, Ensemble of Multiline genoemd) wordt steeds vaker verkocht voor op vloerverwarming. Door zijn dikke toplaag heeft dit product dezelfde levensduur als een authentieke planken vloer. De onderlaag bestaat echter uit een ca. 15 mm watervaste Berken-multiplex met daarop een ca. 6 mm toplaag. Deze samenstelling geeft een ideale stabiele combinatie voor vloerverwarming.
3) WARMTEDOORLAATWEERSTAND
Om een ruimte goed te kunnen verwarmen, mag de warmtedoorlaatweerstand van de parketvloer niet boven de 0,15 m² K/W uitkomen. Bij vloerverwarming als hoofdverwarming is het daarom altijd noodzakelijk de vloer vast te verlijmen op de ondergrond omdat anders warmtedoorlaatweerstand te hoog is.
Vast verlijmen geeft een warmteweerstands-waarde (= RC-waarde) van ca. 0,12 W/m²/K. Met deze waarde kan uw verwarmingsinstallateur exact berekenen of het vloerverwarmingsysteem daadwerkelijk voldoende capaciteit heeft om de woning naar behoren te verwarmen. Belangrijk is hem/haar te vermelden dat een watertemperatuur van 40°C afdoende moet zijn voor het bereiken van een aangename binnentemperatuur. Wellicht dienen er radiatoren bijgeplaatst of aangepast te worden. Ook bestaat de mogelijkheid van wandverwarming. Maak hierover goede afspraken met uw verwarmingsspecialist. Dat voorkomt problemen in de koude maanden.
4) HET GROOTSTE RISICO: DE TEMPERATUUR
De maximale oppervlaktetemperatuur die een zandcement afwerkvloer (dus niet het hout) mag bereiken is 28°C. De oppervlaktetemperatuur van het hout mag nl. niet boven de 25°C uitkomen.
In een doorsnee woonkamer met een ruimtetemperatuur van 21°C varieert de oppervlaktetemperatuur van de parketvloer tussen de 15 en 17°C als er geen vloerverwarming aanwezig is. Bij verwarming van het parket zal het hout uitzetten. Dit gebeurt echter minimaal en is daarom te verwaarlozen. Door het verwarmen verliest het hout echter ook vocht. Hierdoor krimpt het in veel sterkere mate dan dat het uitzet. Zou de temperatuur van het hout b.v. stijgen van 17 naar 27°C, dan krijgen we te maken met een sterke krimp, scheuren en schotelen.
Bij veel vloerverwarmingsinstallaties kunt u als consument echter zelf de watertemperatuur verhogen. Hierdoor kan bovengenoemde schade aan de vloer ontstaan. Om te garanderen dat de temperatuur van de zandcement afwerkvloer niet boven de 28ºC uitkomt, plaatsen wij Warm Marks onder het hout. Een detectiesticker waarmee wij bij problemen achteraf kunnen vaststellen of de temperatuur op een bepaalde plaats inderdaad niet te hoog is geweest. Het is een sticker van 4,5 hij 2 cm met een dikte van 4 mm. In de sticker zit een chemische vloeistof, die reageert op warmte. Als de temperatuur boven 28ºC komt, kleurt de sticker vanzelf rood en blijft dat. De Warm Mark doet het gegarandeerd 24 maanden en overlapt daarmee de gehele garantietijd. Mochten er tussentijds problemen ontstaan (zonder dat er waterschade o.i.d. is geweest) dan valt de vloer altijd binnen de garantie. Dit houdt in dat de vloer gratis gerepareerd en zonodig vervangen wordt. Voorwaarde is wel dat de warmte-indicatoren NIET rood gekleurd zijn. Wij adviseren u daarom uw thermostaat visueel te begrenzen (bv met een stukje tape o.i.d.) op 40ºC watertemperatuur.
Voor de duidelijkheid nog even op een rijtje:
- De watertemperatuur mag niet hoger zijn dan 40ºC
- De temperatuur van de dekvloer (zandcement of anhydriet) mag niet hoger zijn dan 28ºC en
- De temperatuur van de houten vloer mag niet hoger worden dan 25ºC
5) HET OPSTOOKPROTOCOL
Om de zandcement of anhydriet afwerkvloer op het maximaal toelaatbare restvochtpercentage te krijgen dient u bij natte systemen (buizen in cement/beton/anhydriet) een opstookprotocol af te werken. Aangezien wij als parketteur niet dagen achtereen bij de thermostaat kunnen gaan waken, moet u (de klant) dit zelf doen (ook in de zomer!).
a. Om te beginnen dient de zandcement afwerkvloer een week per cm afwerkvloerdikte met een minimum van 4 weken te drogen c.q. uit te harden, alvorens te starten met verwarmen
b. Het water van de vloerverwarming verwarmen tot 20°C. Gedurende 5 achtereenvolgende dagen de temperatuur van het water verhogen met telkens 5°C per dag, tot de maximale werktemperatuur van 40°C is bereikt. De vloer kan zo rustig drogen. De ramen blijven zo veel mogelijk open, en de mechanische afzuiging (indien aanwezig) staat aan.
c. Daarna de temperatuur van het water van de vloerverwarming verlagen met 5°C per dag tot 20°C. Bij een vaste dekvloer (zie punt 1a) is het stapsgewijze verlagen van de temperatuur niet nodig. Dan wel 5 rustdagen in acht nemen.
d. De totale opstookprocedure voor het leggen duurt dus minimaal 15 dagen. Gedurende dit proces is het van belang dat u de ruimte voortdurend goed ventileert. Onderstaand voor de duidelijkheid de dag-temperaturen:
Datum | Vaste dekvloer | Zwevende dekvloer |
Dag 1 | 20°C | 20°C |
Dag 2 | 25°C | 25°C |
Dag 3 | 30°C | 30°C |
Dag 4 | 35°C | 35°C |
Dag 5 | 40°C | 40°C |
Dag 6 | 40°C | 35°C |
Dag 7 | 40°C | 30°C |
Dag 8 | 40°C | 25°C |
Dag 9 | 40°C | 20°C |
Dag 9 | 40°C | 20°C |
Dag 10 | 20°C | 25°C |
Dag 11 | 25°C | 30°C |
Dag 12 | 30°C | 35° C |
Dag 13 | 35°C | 40°C |
Dag 14 | 40°C | 35°C |
Dag 15 | Verwarming uit | 30°C |
Dag 16C | Vochtscherm | 25° |
Dag 17 | Vloer leggen | Verwarming uit |
Dag 18 | Vochtscherm | |
Dag 19 | Vloer leggen |
Bij droogbouwsystemen kunt u binnen 24 uur gewoon het systeem starten en gelijk beginnen met de montage van de parketvloer. Uiteraard dient u tijdens de montage de vloer niet te verwarmen
6) VLOERINSPECTIE
Als het opstookprotocol achter de rug is komen wij terug (meestal met een medewerker van de lijmfabrikant) om het restvochtpercentage van de afwerkvloer te meten d.m.v. een CM-meting (ook wel 'carbidmeting' genoemd). Dit restvochtpercentage moet voor zandcement-vloeren tussen de 1,5 en 1,8% liggen, voor anhydriet dekvloer maximaal 0,3%. Is het percentage nog te hoog, dan dient de gehele opstookprocedure opnieuw uitgevoerd te worden! Tevens inspecteren we de dekvloer op vlakheid en druksterkte. Bij voorkeur doen we alle controles in het bijzijn van u als klant zodat u kunt tekenen voor de resultaten.
7) ACCLIMATISEREN:
Ca. 7 dagen (en minimaal 2 dagen) voordat de vloer gelegd wordt wordt het hout geleverd door de fabrikant. De houten delen moeten in de originele verpakking gedurende 2 tot 7 dagen acclimatiseren onder de gebruikelijke omstandigheden van de ruimte of omgeving waar ze komen te liggen (bij voorkeur verspreid in de te beleggen ruimte(s)). Tijdens dit acclimatiseren, mag de temperatuur niet lager zijn dan 10°C en niet hoger dan 20°C. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 45 en 60% liggen.
8) VOORSTRIJKEN OF EEN VOCHTSCHERM AAN BRENGEN
Bij natte systemen brengen we enkele dagen voor het leggen een vochtscherm aan op de cementdekvloer. Het is bekend dat er vloerverwarmingsbuizen op de markt zijn, die in de loop der jaren poreus kunnen worden en vocht gaan afgeven aan de cementdekvloer. Dit is pertinent niet het geval hij buizen met KOMO-keur. Nadat het vochtscherm is aangebracht is het belangrijk dat de ruimte niet te koud is (ca. 18/20°C) en dat er wederom goed geventileerd wordt.
9) TIJDENS HET LEGGEN
De vloerverwarming moet uitgeschakeld zijn tijdens het aanbrengen van de houten vloerafwerking (en het eventuele voorstrijkmiddel en/of de eventuele egalisatielaag). Het houtvochtpercentage zal bij het leggen circa 8% bedragen.
Bij aanvang van de legwerkzaamheden mag de oppervlaktetemperatuur van de zandcement afwerkvloer niet hoger zijn dan 18°C. Wij zorgen voor een lijmsoort die geschikt is voor vloerverwarming. Per vloer wordt met de lijmfabrikant bekeken welke lijm het meest geschikt is. De lijmfabrikant geeft daarbij ook een garantie af voor de vloer.
10) NA HET LEGGEN
Als de vloer gelegd is moet u de temperatuur in de ruimte (15 tot 18°C) gedurende MINIMAAL 3 tot 7 dagen aanhouden, voordat u de watertemperatuur van ca. 25°C geleidelijk aan (ook in de winter!) mag verhogen met ca. 2°C per dag tot de ruimtetemperatuur comfortabel is. De uiteindelijke watertemperatuur mag hoogstens 40ºC bedragen. Tijdens het stookseizoen de temperatuur van de vloer en het water geleidelijk laten variëren (een HR ketel doet dit automatisch!) en geen nachtverlaging toepassen!
Dag | Datum | Temperatuur |
Dag 1 | Vloer leggen | |
Dag 2 | Vloerverwarming uit | |
Dag 3 | Vloerverwarming uit | |
Dag 4 | Vloerverwarming uit | |
Dag 5 | 15°C | |
Dag 6 | 15°C | |
Dag 7 | 20°C | |
Dag 8 | 20°C | |
Dag 9 | 25°C | |
Dag 10 | 30°C | |
Dag 11 | 35°C | |
Dag 12 | 40°C | |
Dag 13 | Opstookprotocol klaar |
11) WAT IS VERDER BELANGRIJK VOOR U?
- GEEN VLOERKLEDEN! Op parket op vloerverwarming kunt u geen vloerkleden leggen. Hier kan anders opeenhoping van warmte ontstaan. In het gunstigste geval komt de ruimte niet op temperatuur, maar er kan ook grote schade aan de parketvloer ontstaan;
- Het beste voor een houten vloer is om de vloerverwarming in het najaar aan te zetten en in het voorjaar pas uit;
- Wellicht is het handig ergens een aansluitpunt te maken voor een radiator. Indien de ruimte niet behaaglijk warm wordt is een extra verwarming dan zo geplaatst;
- Een relatieve luchtvochtigheid van 50 tot 60% is noodzakelijk voor een blijvend goed resultaat. In veel gevallen zal dit een probleem geven in nieuwbouwwoningen. De centrale afzuigsystemen die tegenwoordig in nieuwbouwwoningen verplicht zijn, zorgen nu al vaak 's winters voor een chronisch te lage luchtvochtigheid. Zelfs in woningen zonder vloerverwarming leidt dit vaak tot naadvorming in het parket. Verandering van houtvochtpercentage betekent dat het hout krimpt of uitzet. U kunt zich voorstellen dat eenzijdige verwarming van de onderkant van de vloer het hout vanaf de onderkant uitdroogt. Luchtvochtigheid moet dus in theorie worden toegevoegd, om het evenwicht te behouden zodat er geen (of minder) krimpnaden kunnen ontstaan. Het gebruik van één elektrische luchtbevochtiger is dikwijls niet voldoende om de relatieve luchtvochtigheid op peil te houden. U kunt dit zelf controleren door een hygrometer te kopen. Bij een verandering in luchtvochtigheid zal ook het houtvochtpercentage veranderen, dus raak niet in paniek als er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch krimpnaadjes ontstaan. Deze zullen, wanneer de verwarming niet meer gebruikt wordt (en de luchtvochtigheid weer de normale waarden aanneemt), weer grotendeels verdwijnen. U kunt tijdens het stookseizoen (bij krimpnaadjes) echter beter geen onderhoudsmiddelen opbrengen.